Nieuwe leider van het Lab of Ornithology brengt duurzaamheid die verenigt

Ian Owens neemt op een kritiek moment het roer over van het Cornell Lab of Ornithology.

Wetenschappers aan de Cornell Lab en elders luidt de waarschuwingsbel dat de Amerikaanse vogels in een crisis verkeren. In 2019 publiceerden ze bevindingen in het tijdschrift Science waaruit blijkt dat Noord-Amerika sinds 1970 meer dan 3 miljard vogels heeft verloren.

“Door baanbrekende technologie, burgerwetenschap en onderzoeksprogramma’s te bouwen in de afgelopen 20 jaar, heeft het Lab zichzelf in de positie gebracht om de achteruitgang van de natuur te laten zien op een manier die niemand anders kan doen”, zegt Owens. “De duidelijke uitdaging voor de komende 20 jaar, en de grote prioriteit vanaf het moment dat ik naar kantoor ga, is om erachter te komen hoe we die verliescurve kunnen veranderen. Hoe verbeteren we de positie voor de natuur?”

Owens, die op 1 juli bij Cornell begon, heeft 25 jaar ervaring als professor en afdelingsvoorzitter aan het Imperial College London, en als directeur van zowel het Smithsonian’s National Museum of Natural History als het Natural History Museum of London. Hij ziet voor zich het bouwen van brede coalities die politici en overheid verenigen met het bedrijfsleven en een betrokken publiek, zoals hij in het verleden heeft gedaan, en hij is van plan om duurzaamheid centraal te stellen.

“Het is geen nulsomspel tussen het milieu en de mensheid”, zegt Owens.

“Je kunt niet verwachten dat mensen ophouden innovatief te zijn of geen middelen meer nodig hebben. Het is dus moeilijker dan alles te beschermen. Het gaat erom de meest waardevolle onderdelen te beschermen en vervolgens duurzaam gebruik te maken van de middelen die we nodig hebben. En dat is waar ons onderzoek om de hoek komt kijken, de afwegingen begrijpen en proberen de beste opties te vinden. Omdat mensen positieve oplossingen willen voor ecologische duurzaamheid.”

Misschien is een van de beste voorbeelden van Owens’ manier van denken niet afkomstig van vogels, maar van rotsen – en een publiek-private coalitie die hij hielp bouwen in het Natural History Museum in Londen.

“We wilden de unieke eigenschappen van dat geweldige museum, de collectie, de wetenschappelijke expertise en het publiek gebruiken om een ​​zo groot mogelijke impact te maken op de hedendaagse vragen waarmee de samenleving wordt geconfronteerd”, zegt Owens.

Tijdens zijn tijd als wetenschappelijk directeur van het Londense museum leidde hij een onderzoeksprogramma dat gebruik maakte van de toonaangevende mineralencollectie van het instituut om de netelige vraag aan te pakken hoe de schaarse mineralen die nodig zijn voor smartphones en elektrische autobatterijen te verkrijgen.

“Dit soort mineralen wordt de nieuwe aardolie”, zegt Owens. “Maar die worden vaak niet duurzaam gewonnen.”

Het Londense project liet zien hoe deze kritische elementen op een milieuvriendelijkere manier kunnen worden gewonnen, met behulp van lagere temperaturen en drukken.

“De teams werkten met veel bedrijven samen om het programma samen te stellen en kregen financiering van de Britse en Europese regeringen, die zich realiseerden dat dit een belangrijk gebied was voor het bedrijfsleven en de toekomst”, zegt Owens. Gaandeweg, zegt hij, werden overheid en industrie partners in het vertellen van een verhaal over hoe de schaarse mineralen die nodig zijn voor de toekomst op een zo schoon mogelijke manier kunnen worden gewonnen.

Toen hielp Owens dat verhaal naar het publiek te brengen, zegt hij, door ‘de mooiste minerale exemplaren te gebruiken als middelpunt van de nieuw ingebeelde Hintze Hall van het Londense museum. Het was als een kunstinstallatie, maar we konden zeggen dat deze rots hier de toekomst van toekomstige technologieën in petto heeft.”

De kicker, zegt hij, was om kinderen in hun zakken te zien graven en zich te verwonderen over waar de lithiumbatterijen in hun smartphones vandaan kwamen: “De kinderen waren daar helemaal mee bezig. Ik bedoel, het was een geweldig verhaal voor het publiek.”

Vogels, zegt Owens, hebben een nog groter potentieel voor het vertellen van verhalen om te inspireren tot het verdedigen van duurzame oplossingen. En ornithologie is een onderwerp waar Owens nog meer van weet: hij is een evolutionair bioloog die zijn onderzoekscarrière heeft gewijd aan het gedrag en de ecologie van vogels en het toepassen van kennis over soortendiversiteit om inzicht te krijgen in uitstervingsrisico’s en instandhoudingsplanning.

“Met zijn zeer sterke achtergrond in onderzoek heeft Ian jarenlange ervaring met het ondersteunen van onderzoek en het vervolgens op het publieke forum brengen”, zegt Linda Macaulay, voorzitter van de raad van bestuur van het Cornell Lab. “Hij zal deze drive voortzetten om bewustzijn en duurzame verandering te informeren en te bewerkstelligen met behulp van de tools en outreach die we in het Lab hebben gebouwd.”

Owens wijst op de onderzoeks- en conserveringspartnerschappen van Cornell Lab met bedrijven, overheidsinstanties en non-profitpartners als voorbeelden van het soort duurzaamheidsinitiatieven dat hij wil laten groeien. Het Cornell Lab werkt samen met koffieplantages in Midden- en Zuid-Amerika aan een initiatief voor behoud van biodiversiteit met Nespresso. En onlangs heeft de Walmart Foundation het Cornell Lab en de Cornell Atkinson Centrum voor Duurzaamheid een beurs om te onderzoeken hoe de uitgebreide vogelgegevens van het Lab kunnen worden gebruikt om de gezondheid van bestuivers beter te begrijpen en te monitoren.

“Als zowel boeren als leidinggevenden van de Fortune Global 500 enthousiast zijn over de samenwerking met het Cornell Lab en Cornell Atkinson om de duurzaamheid van wereldwijde toeleveringslijnen te verbeteren, dan weet je dat je iets doet dat de moeite waard is”, zegt Owens.

Een sleutel tot nog meer doen met meer partners is het verdiepen van de relatie van het Lab met collega’s en teams in het hele huis in het College of Agriculture and Life Sciences (CALS) en elders bij Cornell.

“Er is een duidelijke behoefte en ambitie voor Cornell om een ​​echt verschil te maken met betrekking tot duurzame landbouw en natuurlijke systemen”, zegt Owens. “Ik denk dat we met partners aan de hele universiteit kunnen samenwerken om nieuwe manieren te vinden om biodiversiteit in landbouwlandschappen te meten en praktijken te identificeren die gezonde ecosystemen bevorderen.”

Owens zegt dat hij verder potentieel ziet voor het Lab om samen te werken met onderzoekers in andere disciplines bij Cornell aan gezamenlijke initiatieven op het gebied van kunstmatige intelligentie, voortbouwend op de machine learning-successen van het Lab. Ze omvatten het innoveren van modellen voor het voorspellen van vogelmigratie met behulp van weerradar, het gebruik van machine learning om de beste nachten te voorspellen voor “lights out”-initiatieven in grote steden om het risico op botsingen voor vogels te verminderen, en het uitvinden van computergehoortechnologie die vogels kan identificeren aan de hand van hun liedjes met behulp van geautomatiseerde audiorecorders of zelfs een smartphone.

“Kunstmatige intelligentie is duidelijk een grote prioriteit voor Cornell, en het is ook een baanbrekende technologie voor het Lab of Ornithology”, zegt Owens.

Een andere directe prioriteit, zegt Owens, is het bevorderen van diversiteit, gelijkheid en inclusie in de cultuur en het werk van het Lab, inclusief diversiteit onder zijn werknemers en de gemeenschappen van mensen die met het Lab omgaan om te genieten van, leren over en beschermen van vogels en de natuur.

Omdat het Lab fundamenteel gebaseerd is op onderzoek en data, zegt Owens dat het door de politiek heen kan en een brede coalitie kan bouwen voor het beschermen en versterken van de natuur naast menselijke activiteiten.

“De mensheid heeft bewezen dat we in staat zijn om ongelooflijk gedurfde doelen te bereiken”, zegt Owens. “Kijk naar wat er het afgelopen jaar is gebeurd met betrekking tot COVID-19. We kunnen geweldige dingen doen als we samenwerken en menselijk vernuft benutten.”

Owens heeft nu het stokje overgenomen van zijn voorganger, John Fitzpatrick, die na 26 jaar leiderschap met pensioen ging als directeur van het Lab. Hij is enthousiast over de uitdaging die voor hem ligt.

“Ik geloof dat het Cornell Lab of Ornithology, met onze wetenschap en ons onderzoek en onze technologie en onze verhalen, die kracht kan zijn om vogels te gebruiken om goodwill voor de natuur op te bouwen, om uiteindelijk die verliescurve te buigen”, zegt Owens. “Ik weet dat we het kunnen, en ik kan niet wachten om te beginnen.”

Gustave Axelson is hoofdredacteur van het tijdschrift Living Bird van het Cornell Lab of Ornithology.